Het veer van Grou

Het veer van Grou naar Leeuwarden en Sneek

Grou, liggend te midden van water en waterwegen, is over land lange tijden moeilijk bereikbaar geweest. Alle contacten met andere dorpen en steden moesten via de waterwegen geregeld worden. Zo is er een reglement bewaard gebleven over de veerverbindingen met Leeuwarden en Sneek.

Reeds in het jaar 1635 werd in Grou een veer van Grou naar Leeuwarden en Sneek opgericht. In 1644 liet de grietman (burgemeester) Carel van Roorda de regels voor deze beurtdienst duidelijk op papier zetten. Ook de kerk en de kooplieden waren verplicht met de nieuwe afspraken akkoord te gaan.

Het veer had twee grote schepen en een klein roeischip. Er waren altijd drie schippers geweest die het veer verzorgden, maar nu werd  ook een vierde schipper aangesteld.

Op maandag en woensdag werd er met één schip naar Leeuwarden gevaren  en op de zaterdagen met twee schepen. Het eerste schip vertrok op zaterdagmorgen om 4 uur uit Grou en het tweede om 5 uur. Tot 1811 was zaterdag dé marktdag in Leeuwarden. De overige dagen vertrokken ze ’s morgens om 5 uur uit Grou en ’s middags om 1 uur weer uit Leeuwarden . De kosten waren 2 stuivers voor een enkele reis en 3 stuivers voor een retour.

Op dinsdag was het marktdag in Sneek. Het veerschip vertrok dan ’s morgens om 3 uur uit Grou en begon ’s middags om 1 uur aan de terugreis.

De veerschepen konden ook gehuurd worden. Zomers een schip met een schipper voor 15 stuivers en in de winterperiode moest je voor een schip met twee schippers 20 stuivers betalen.

Grietman Hans Willem van Camstra schonk de beurtschippers van Grou in 1752 een grote hoorn waarmee één uur voor het vertrek naar Leeuwarden of Sneek al blazend door het dorp moest worden gelopen. Deze hoorn is  bewaard gebleven en te zien in het museum “Hert fan Fryslân’’ in Grou.

Bron: Archief Sint Piterkerk Grou

De Drachtster boot met pleziervaarders ( ca 1920)