Sint Piterfeest

Hot: Sint Piter heeft nieuwe helper: Aldemar

Het dorp zonder Sinterklaas

In Nederland viert men in december het Sinterklaasfeest. Echter niet in Grou, waar in februari het Sint Piterfeest wordt gevierd. Hoe is dit ontstaan en waarom is Grou een uitzondering op de landelijke regel.

Van visser tot paus

De visser Simon werd door Jezus zijn discipel Petrus genoemd. Later verloochent Petrus Jezus. Petrus trekt door Palestina, komt in Rome, waar hij de kerk opbouwt. Hij wordt de eerste Paus, maar onder het bewind van Nero wordt hij wreed vermoord. In de 4e eeuw heeft de R.K. kerk een gedenkdag voor Petrus ingesteld op 22 februari. Deze wordt net als vele christelijke feestdagen de dag tevoren gevierd. Petrus werd de beschermheilige van vissers en scheepslieden. De nu Hervormde kerk in Grou is sinds de 12e eeuw aan Sint Piter gewijd.

Het Christendom heeft veel gebruiken van de heidense godsdiensten overgenomen, maar er een andere betekenis aan gegeven.

Noord-Fryslân

Het uitvaren van de vissers werd met optochten en feest gevierd. Door de kalenderaanpassing van Paus Gregorius in 1701 werd dat jaar met 11 dagen ingekort. Dat hield in, dat in het vorig jaar gesloten huurcontracten in dat jaar korter waren en dat men de contracten van de landerijen van Sint Piter naar 5 maart en van de agrarische bedrijfsgebouwen van 1 naar 12 mei verschoof. De Sint Pitergedenkdag bleef echter op 22 februari gehandhaafd.

De bekende Grouster dokter en schrijver Eeltsje Halbertsma noemt in 1837 het Sint Piterfeest:  Jongeren van gegoede burgers trokken langs de huizen met ratelende kettingen, bonsden op de deuren en strooiden pepernoten. Zijn broer Joast noemt in 1855 stroopbolletjes, die in zijn jeugd al door kinderen werden gezocht.

Waarschijnlijk zijn de vieringen uit de eerdere beschrijvingen niet wezenlijk veranderd. Sinds het verschijnen van het weekblad Frisia in 1896 worden we ieder jaar geïnformeerd door verslagen, advertenties en andere publicaties in dat blad.

Kleuterjuf Riek Jansen bracht het feest op school en liet Sint Piter in het openbaar verschijnen.

Riek Jansen (1879– 1969) werd in Groningen geboren en kwam in 1901 uit Leeuwarden als leidster van de Nutsbewaarschool naar Grou. Ze bleef er  tot 1906.

Ze heeft Sint Piter als een soort Sinterklaas in school en op straat gebracht, omdat ze meende dat de Grouster kleuters zonder een dergelijk feest tekort kwamen. Niet iedereen was er dadelijk blij mee, want het was te katholiek voor Grou.

Sint Piter in het dorp

In het begin van de 20e eeuw was Grou nog een klein dorp, praktisch geheel omgeven door water. Twee veranderingen hebben ervoor gezorgd dat het Sint Piterfeest  een ander aanzien kreeg. Ten eerste dus het initiatief van kleuterjuf Riek Jansen, die de Heilige in het openbaar deed verschijnen door een optocht door het dorp te houden, eerst lopend en sinds 1908 te paard. Na de rondgang ging Sint Piter naar de “bewaarschool” (kleuterschool), waar de kinderen spelletjes deden en cadeautjes kregen.

De tweede verandering was de loterijwet van 1905, die het verkopen van loten voor of tijdens het Sint Piterfeest door bakkers en de horeca verbood, wat een negatieve invloed had op de Sint Piteravondfeesten in het dorp.

Na de tweede wereldoorlog krijgt het feest telkens meer allure door sprookjes die worden opgevoerd voor de kinderen en ouderen, ook activiteiten in de lagere school, het eerder verschijnen van Swarte Pyt, de aankomst van Sint Piter op de zaterdag voor zijn verjaardag, het organiseren van de Sint Piterbeurs door de vrouwenverenigingen, instuiven voor oud en jong op de dag van aankomst, meer belangstelling van de media en een boven alle activiteiten staande organisatie. Daardoor is het feest niet meer weg te denken uit de Grouster gemeenschap.

Tot ongeveer 1970 hadden de kleuterjuffen de totale organisatie van de gebeurtenissen in handen. Het was alleen een kleuter- en thuisfeest.

De zogenaamde Sint Piterbeurs was na de tweede wereldoorlog een initiatief van de Nederlandse Vrouwen Electriciteits Vereniging (N.V.E.V.). Daar werden door de leden gemaakte en verkregen geschenken op een beurs verkocht. Daarmee konden de kosten worden gedekt van het opvoeren van een toneelstukje voor en door kinderen. Later werden beide initiatieven gebundeld en voerden de onderwijzers een sprookje op. De beurs werd een activiteit van alle vrouwenverenigingen. De beurs brengt ieder jaar een groot bedrag op en komt ten goede aan het sprookje.

Sint Pitersprookje

In 1950 vonden drie leerkrachten dat men in Grou zelf wel een Sint Pitersprookje kon opvoeren i.p.v. het Sinterklaassprookje in Leeuwarden te bezoeken. En zo werd in 1951 “Ali Ben Hassan”  opgevoerd voor de jeugd en ’s avonds voor de ouders. Na de invoering van het tweetalig onderwijs werden vanaf 1959 alleen Friestalige sprookjes opgevoerd, (vaak) geschreven door Grousters. Het eerste friestalige sprookje was “Piterke en de Marwiven”,  gebaseerd op een gedicht van Eeltsje Halbertsma.

De zeer eenvoudige uitvoering van 1951 groeide langzaam uit tot professionaliteit in alle onderdelen en is één van de pijlers van het Sint Piterfeest.

Conflict

In de roerige jaren zeventig, wanneer in heel Nederland sprake is van een cultuuromslag, komt Sint Piter onder vuur te liggen. Er ontstaan conflicten tussen autochtonen en nieuwe inwoners.

De hoofden van de drie lagere scholen zetten de schouders eronder en organiseren in 1970 een grote bijeenkomst met de vraag: ”Hoe nu verder met Sint Piter?”. Daaruit vloeit een breed draagvlak voort met een aantal wijzigingen in de traditionele organisatie. Er komt een Breed Sint Piterkomitee. Het eigene en bijzondere verdienen in brede zin aandacht.

Sint Piteruitgaven

Het oudst bekende Sint Piterliedje is : “Sint Piterdei, dan grienet de wei” fan Jehannes Hilarides (1648–1726).  Het stamt uit de 17e eeuw en is opgenomen op een in 1993 uitgegeven CD. Het nog steeds meest populaire Sint Piterliedje “ ‘k Wit ien dei yn ’t jier” is van Cornelis Wielsma (1845-1922), onderwijzer te Grou. Hij schreef het in 1870 als Sinterklaasversje. Na een kleine wijziging is het bekend geworden als Sint Piterversje. In 1959 werd door onderwijzend personeel een eerste bundel verhalen en gedichtjes uitgegeven met o.a. zelfgemaakte en bewerkte (Sinterklaas)liedjes. Nadien volgden nog vele uitgaven van boekjes, spelletjes, grammofoonplaten en een CD voor kinderen, alsmede een tweetalig voorlichtings(foto)boekje voor volwassenen.

Sint Piterdei

Dan grienet de wei

Dan bakt mem stro

Dan keallet de ko

Dan leit de hin

Dan hat de húsman it

Nei syn sin

Steeds meer plaatselijke, regionale en landelijke media besteden aandacht aan het feest, wat heeft geleid tot de benoeming van een perschef.

In tegenstelling tot Sinterklaas, draagt Sint Piter een witte mantel en een rode jurk, zijn paard is een zwart Fries paard. Sinterklaas heeft een schimmel. Het Sint Piterfeest is nauwelijks een commercieel feest te noemen, terwijl Sinterklaas juist door de commercie is veroverd.

——

Bron: “’k Wit ien dei yn ’t jier…..” , In histoarysk oersjoch fan Sint Piter yn Grou.

Utjefte fan it Sint Piter Komitee Grou

Bron: Frisia, weekblad voor Grou e.o.

—–

Zie verder:

1930 Sint Piter

1934 [ca] Sint Piter

1949 Het dorp zonder Sinterklaas

Sint Pitersprookjes en -boekjes

2002-02 S Odinga, De Sint Piter, yn gearwurking mei de Gratendammer_kl